3e Onderwijsgebouw Wageningen University & Research
Het 3e Onderwijsgebouw van de Wageningen University & Research (WUR) is opgeleverd in juli 2021.
Het 3e Onderwijsgebouw is uiterst flexibel met een modulaire opzet. Het gebouw kenmerkt zich door een open structuur. Aan het atrium, die bijeenkomstfuncties en food pop-up voorzieningen herbergt, zijn de verschillende onderwijs- en laboratoriumruimten verbonden. Een ruime, centrale trap voert door het gebouw. Rondom deze trap is een diversiteit aan werkplekken te vinden. De opzet bevordert interactie en spontane ontmoeting. Rekening is gehouden met de benodigde aanpasbaarheid, óók voor de toekomst. Collegezalen kunnen met elkaar verbonden worden. En in de toekomst kunnen de collegezalen omgebouwd worden tot laboratoria.
Het 3e Onderwijsgebouw is geen anoniem onderwijsgebouw, maar een duurzaam en leesbaar gebouw dat laat zien waaraan gewerkt wordt bij de WUR. Zo is van buiten te zien wat zich in het gebouw afspeelt. Het heeft een sterk eigen karakter, gekenmerkt door daglicht, overzicht en sterke relaties tussen binnen en buiten. Het sluit met zijn eenduidige vorm aan bij de overige gebouwen van de gehele campus. Voor de gevels is gekozen voor een integraal concept. Horizontale gevelbanden omsluiten het gebouw en lopen via de atria door van buiten naar binnen. Deze banden hebben verschillende functies uiteenlopend van passieve zonwering, opwekking van zonne-energie en reflectie van daglicht tot diep in het gebouw. De gevel op de begane grond zal transparant uitgevoerd worden om de relatie tussen binnen en buiten te versterken.
Het onderwijsgebouw is ontworpen volgens het BENG-principe. Zo wekt één van de gevels energie op. Het gebouw heeft daarnaast een ‘groene’ uitstraling. Planten vormen een belangrijk onderdeel in het interieur.
Vanaf blanco papier zijn wij als de adviseur technische installaties betrokken geweest bij het ontwikkelen van het ontwerp. Alvorens te starten met ontwerpen is eerst integraal gebrainstormd over het gebouwconcept, constructie concept, duurzaamheid, klimaatconcept, ideale structuren enz.. Het gebouw is een gezamenlijke integrale schepping geweest van het hele team dat bijna energie neutraal is en de kwalificatie BREEAM excellent heeft.
Om de hoge duurzaamheidsambitie te bereiken is in het Onderwijsgebouw low energie toegepast met hoogtemperatuurkoeling en laagtemperatuur-verwarming door toepassing van betonactivering.
De zeer gematigde temperatuurtrajecten vragen om zeer grote afgifteoppervlakken. Lage weerstand kanalen vragen om meer ruimte boven plafonds. Dit realiseren in combinatie met een flexibel indeelbaar en te gebruiken gebouw hebben wij met het gehele ontwerpteam als uitdaging opgepakt.
Circa 40% van het gebouw zijn labruimten voor onderwijs. Deze ruimten vragen veel ventilatielucht en veel installatievoorzieningen. Door de infrastructuur in de verkeerswegen te projecteren en boven de zuurkasten langs de gangwand een verlaagde koof te introduceren is het mogelijk gemaakt om het plafond in de LAB ruimten zeer hoog te projecteren wat een goede beleving van de werkruimte geeft. Dit kon alleen maar worden bewerkstelligd door goed integraal in het BIM model de installaties te modeleren.
De positie van de luchtbehandelingskasten op het dak en de schachten in het gebouw zijn strategisch geïntegreerd gekozen zodat de kanaalwegen zo kort mogelijk zijn en dus met een lage weerstand.
Voor warmte en koude maken we gebruik van een centrale warmte koude opslag systeem. Al in de aller vroegste ontwerpfase moest hier zowel bouwkundig als installatietechnische integraal rekening mee worden gehouden. De zeer lage temperaturen voor verwarming en zeer hoge temperaturen voor koeling vroegen veel aandacht bij de ontwikkeling van de installatieconcepten.
Naast deze unieke voorzieningen wordt aanwezigheidsafhankelijk de ventilatielucht-hoeveelheid geregeld (CO2) en de verlichting geschakeld. Voor het warmtapwater zijn zonneboilers toegepast. Ook bouwkundig is in de materialisering gekeken naar duurzaamheid en is de buitengevel extra hoogwaardig geïsoleerd tot een Rc van 8 m²K/W.
De luchthoeveelheid gebaseerd op 45m3/h per persoon voldoet ruimschoots aan de A klasse van de Frisse scholen. Ook het geluid, de verlichting en het comfort zijn op de eisen van de Frisse scholen getoetst.
Naast de Frisse Scholentoets zijn alle installaties ontworpen conform de eisen van de BREEAM. Hoewel er om kostentechnische redenen geen certificaat is aangevraagd is het gebouw en de installaties wel BREEAM getoetst en voldoet aan het BREEAM excellent criteria.
Op het dak en de gevel van het gebouw zijn PV-cellen gepositioneerd. De PV op de gevel zijn op hellende luifels geïntegreerd. Deze luifels werken enerzijds als zonwering en anderzijds om optimaal zonne-energie op te vangen. Het onderwijsgebouw voldoet ondanks de zware installaties voor de laboratoria aan de BENG eisen. Met een EPC van 0,24
Het atrium is geïntegreerd ontworpen om een goede daglichtverdeling te krijgen ook laag in het gebouw. Hiertoe zijn de vloeren en relingen met schuine vlakken uitgevoerd om daglicht de juiste richting te weerkaatsen
De liften zijn juist verstopt en de trappen zeer prominent centraal opgenomen. Deze integratie heeft ten doel dat de studenten zoveel mogelijk gebruik maken van de trappen
Op deze manier integraal ontwerpen vereist ook aandacht voor de toekomst. Alvast vooruitkijken naar de uitvoerbaarheid van oplossingen en de praktische gevolgen voor het bouwproces. Maar ook nadenken over de levenscyclus van het gebouw en het onderhoud ervan. Zorgen dat de gebruiker niet alleen tevreden is over de prestaties van het gebouw, maar ook over ‘total cost of ownership’.
Door alle luchtbehandelingstechniek in een centrale technische ruimte te projecteren die met de lift goed bereikbaar is, is onderhoud en beheer van de installaties optimaal gefaciliteerd. De 5 identieke luchtbehandelingskasten zijn door gekoppeld op een gezamenlijk kanalensysteem zodat beschikbaarheid van de installaties optimaal is.
De installaties in het 3e onderwijsgebouw zijn flexibel door de modulaire opzet. Voor ontwerpen, rekenen en tekenen is door alle betrokken ontwerppartijen integraal in een Autocad Revit model gewerkt.
De elektrotechnische en werktuigtuigbouwkundige installaties zijn door Halmos ontworpen in een integraal (Revit) gebouwmodel dat samen met architect en constructeur is opgezet en door de verschillende ontwerpfasen heen steeds verder is uitgewerkt en gedetailleerd (LOD 300).
Wij zetten BIM in om projecten te optimaliseren en faalkosten tot een minimum te beperken. Op deze wijze creëren wij optimale kwaliteit binnen het beschikbare budget. Om dit te realiseren hebben de ontwerpers van Halmos naast kennis van systemen ook detailkennis van de diverse installaties.
Kortom het resultaat is een energiezuinig en duurzaam gebouw met installaties waar het ontwerp en de uitwerking gericht is op lage exploitatielasten. Het gebouw en zijn installaties voldoen ruimschoots aan de eisen van Frisse scholen en aan de BREEAM classificatie excellent.
Doorzicht
Praktijklokaal
Auditorium Technische ruimte
Centrale atrium
Bron: Liag Architecten
Liag Architecten
Liag Architecten
Totaal gebouwoppervlak: 23.400 m2