Werken bij Halmos: Edwin den Dubbelden

Werken bij Halmos: Edwin den Dubbelden

Werken bij Halmos: Edwin den Dubbelden

‘Mijn werk verandert constant’

‘450 meter lang, 120 meter diep, 12 meter hoog. Dat is de omvang van één vrachtgebouw op Schiphol. Met daarin exclusieve paarden, gevaarlijke stoffen, vers voedsel, voertuigen… Voor elke categorie gelden andere eisen. Wij mogen daar de installaties doen’, vertelt Edwin den Dubbelden. Hij is projectleider bij Halmos, maar beschrijft eigenlijk een snoepwinkel.

‘Ik had vooraf niet gedacht dat mijn werk zo gevarieerd zou zijn. En dan ook nog op allerlei manieren. Ten eerste: de techniek ontwikkelt zich de hele tijd, vooral ict dringt steeds verder door in alles. Ten tweede: het klantenpakket verandert. Ik deed eerst veel in kantoren, later scholen, nu al een tijd ziekenhuizen en dan hebben we nog unieke klanten als IKEA. Ten derde: ik werk constant met andere mensen. Want je vormt steeds opnieuw een team met de opdrachtgever en de uitvoerende partijen. Ten vierde: je groeit in je vak en krijgt het werk dat daarbij past. Ik doe nu heel complexe projecten, vooral in ziekenhuizen en bijvoorbeeld dat vrachtgebouw op Schiphol. Toen ik bij Halmos begon, ruim dertig jaar geleden, had ik dat niet kunnen bedenken.’

Wat is cruciaal voor complexe projecten?
‘Samenwerking. Intern zijn we daar heel goed in. E met W. Veel of weinig ervaring. Iedereen stelt vragen aan iedereen. En de gewoonte is om daar, indien mogelijk, direct antwoord op te geven, zodat je collega meteen verder kan. Gevolg is wel: thuis is mijn eigen werk sneller af. Maar collega’s helpen is ook relevant.’

Hoe benader je de rol van projectleider?
‘Precies zo. Je moet elkaar helpen, ook in de uitvoering. Het project samen tot een goed einde brengen. Zodat de opdrachtgever krijgt wat die verwacht en de installatie functioneert zoals bedacht.
Dat vraagt geven en nemen. Dus moeilijk doen over ieder schroefje, dat helpt niet. Ander uitgangspunt: wees eerlijk. Juist ook als je een fout maakt. Dat kan ons allemaal overkomen.’

Je bent een E-man. Wat is een belangrijke ontwikkeling in de E-hoek?
‘Door ict is het veel makkelijker geworden om alles aan elkaar te koppelen. Met als resultaten: superflexibel en superkwetsbaar. Daardoor krijgen we nu vragen als: “Het komt toch niet uit China?” Maar ja, ook A-merken laten veel in China maken. De vraag is: op welke punten wil je dat absoluut niet en waar maakt dat weinig uit? Wij wilden laatst een lichtschakelsysteem in het netwerk opnemen. Het heeft driekwart jaar geduurd voor de ict-afdeling dat toestond.’

Tja, hoe voorzichtig moet je zijn?
‘Wij praten natuurlijk met de ict’ers van onze klanten. En als je dan hoort hoeveel aanvallen ze te verwerken krijgen, dan schrik je. Dat gaat de hele dag door. Dat geldt inmiddels voor elke grotere organisatie. Dus firewalls, back-ups en redundancy zijn allemaal ontzettend belangrijk geworden. Daardoor moeten we soms lang overleggen over details, tot aan welk type kabeltje we kiezen.’

Maar niemand kan alle details van alles overzien. 
‘Klopt, dus we praten ook veel met specialisten. Dat zijn vaak leveranciers. Maar Halmos is nu onderdeel van INNAX en daar zit natuurlijk ook veel gespecialiseerde kennis, bijvoorbeeld op het gebied van brandveiligheid. Dat is heel nuttig voor ons. Daarmee hoort “optrekken met INNAX” ook steeds vaker in het rijtje constante veranderingen.’